Vormer wilde aanvoerdersband inleveren: 'Mijn acht jaar bij Brugge verpest'
Ruud Vormer moet de voorbije periode vaker genoegen nemen met een reserverol bij Club Brugge. De aanvoerder van de Belgische formatie hoorde twee dagen voor de Champions League-wedstrijden tegen Paris Saint-Germain dat hij niet zou spelen. Op dat moment barste de bom bij Vormer.
Op de tactische training in aanloop naar het duel kreeg de oud-Feyenoorder eeen oranje hesje, wat betekende dat hij niet zou starten. "Ik keek om mij heen en ik dacht: dit klopt niet. Toen ben ik na de training heel kwaad geworden. Ik ben naar het bureau van de trainer gestormd. In zo’n wedstrijd stel je je aanvoerder op", vindt Vormer, die zijn emoties nog maar net de baas was, in gesprek met Het Laatste Nieuws.
"Ik wilde mijn aanvoerdersband inleveren. Ik vond dat ze in één keer mijn acht jaar bij Brugge hadden verpest", stelt de viervoudig international, die zich net op tijd kon inhouden. In een aparte ruimte belde hij zijn vrouw Roos, om uit te leggen wat de situatie was. "Ik was er helemaal klaar mee. Zij zei: Ga nou geen opschudding veroorzaken. Ik zei: Jawel, want dit kan niet. Moest ik dan gewoon naar huis rijden? Het moet eruit bij mij. Bam."
Na een hartig woordje te hebben gesproken met zijn coach kwam Vormer tot bedaren, al bleef de frustratie levend. "Ik wilde zó graag tegen Messi spelen. Ik ben er weken mee bezig geweest, al vanaf de loting. Ik had kaartjes geregeld voor mijn vader. Ik ben pas 33, hè, geen 38. Het beeld wordt gecreëerd van mij dat ik een ouwe man ben. Maar ik vind dat ik nog steeds niet uit de toon val."