Van 't Schip aan het roer: deze problemen moet de trainer op gaan lossen bij Ajax
John van ’t Schip staat bijna voor een onmogelijke opgave bij Ajax. De Amsterdammers staan momenteel laatste en aan de nieuwbakken trainer de taak om de club uit het slob te trekken. Voetbalnieuws helpt de oefenmeester mee en zet op een rijtje waar op het veld aan gesleuteld moet worden.
Gebrek aan scoringsvermogen en slordigheid
Dat Ajax zo laag terug te vinden is op de ranglijst heeft meerdere redenen. Te beginnen voorin want slechts acht ploegen scoorden minder vaak dan de Amsterdammers. De afgelopen jaren werden er miljoenen euro's besteed aan zeer capabele aanvallers waaronder Steven Bergwijn en Brian Brobbey. Afgelopen zomer werd de knip getrokken voor Carlos Forbs, maar rendement blijft uit. Na acht speelrondes staat de teller pas op dertien doelpunten terwijl het totaal een jaar eerder eindigde op 86.
Redenen hiervoor lopen uiteen, maar hebben ook te maken met de nauwkeurigheid in het spel. Zo valt op dat van alle passes van Brobbey slechts 75,4 procent aan komt en dat Forbs, Berghuis, en Branco van den Boomen ook niet boven de tachtig procent uit komen. Creativiteit speelt ook een rol. Enkel Bergwijn produceert gemiddeld meer dan één dribbel per wedstrijd. In totaal nam Ajax pas 96 keer het doel onder vuur uit open spel, dat terwijl koploper PSV dat iets meer dan honderd keer vaker deed. Ajax en PEC Zwolle zijn de enige twee ploegen die nog niet uit een spelhervatting wisten te scoren.
Middenveld constant overlopen
Ook valt op dat Ajax in bijna geen enkele wedstrijd het overwicht heeft op het middenveld. Over de kwaliteit valt te twisten, maar opvallend is toch dat de Amsterdammers veelal het balbezit veroveren op het middenveld en enkel in de voorste linie vaak de bal verliezen, blijkt uit data van The Analyst. In totaal valt zelfs op dat Ajax in de top drie staat van passes per defensive action. Dit houdt in hoeveel passes een tegenstander kan doen voordat een ploeg in wil grijpen. Ajax scoort hierop een 10.8 wat inhoudt dat een tegenpartij slechts elf passes geeft voordat de Amsterdammers de druk er op zetten om de bal te veroveren. In vergelijk, PSV en Twente doen dit net sneller door in te willen grijpen bij respectievelijk 8.9 en 9.6 passes gemiddeld. Echter lukte het de Eindhovenaren om in dat soort gevallen 117 maal de bal te veroveren terwijl Ajax blijft steken op 52 keer. Slechts zeven maal werd het doel onder vuur genomen na een snelle overname van de bal. Enkel RKC Waalwijk deed dat met drie maal minder.
Vastigheid achterin en duizelingwekkend record
Achterin was Maurice Steijn nog altijd zoekende naar zijn ideale opstelling. Enkel Jorrel Hato leek zeker van zijn plaats, maar verder was het iedere week de vraag wie er naast hem zouden staan. Uit de data blijkt dat Ajax meer dan in staat is om de bal in de ploeg te houden. Ajax heeft een gemiddelde van bijna zestig procent balbezit iedere wedstrijd, maar hebben wel een absurd record aan hun broek hangen. Geen enkele ploeg in de Eredivisie heeft een hogere expected goals uit open spel tegen dan de Amsterdammers. Met maar liefst 16.89 XG tegen voeren zij de lijst aan. De ploeg van Van 't Schip moest al 21 keer de bal uit het net halen.