Thomas Beelen over Feyenoord en vebeterpunten

Dit zegt Beelen over zijn begintijd bij Feyenoord en zijn verbeterpunten

17 april om 12:20
Laatste update: 17 april om 12:20

Thomas Beelen is dit seizoen doorgebroken bij Feyenoord, maar daar is veel werk vooraf aan gegaan. De verdediger had moeite met de overstap van PEC Zwolle naar Rotterdam. Wat zegt Beelen zelf over die overstap en zijn verbeterpunten? VoetbalNieuws.nl zet zijn uitspraken op een rij.

In de transferzomer van 2023 maakt de 22-jarige Beelen voor 2.7 miljoen euro de overstap van PEC Zwolle naar Feyenoord. Zijn eerste jaar in Rotterdam is voor Beelen meteen zijn doorbraakjaar. Hij speelt 22 wedstrijden, waaronder één duel in de Champions League. Door de vele blessures bij het Nederlands Elftal is hij zelfs even in beeld bij Ronald Koeman als vervanger in de selectie. 

Wat zegt Beelen over zijn begintijd bij Feyenoord?

De overstap was voor de centrale verdediger niet makkelijk. 'Ik heb bij Feyenoord echt wel die eerste maanden van het seizoen nodig gehad om te wennen', zegt Beelen in een interview met Voetbal International. 'Ik kwam van PEC Zwolle, waar we onder Dick Schreuder ultra aanvallend speelden met drie centrale verdedigers. Ik was de middelste. Wat ik deed, was de linker of de rechter centrale verdediger naast me inspelen, óf ik dribbelde in. Dat laatste deed ik nog het meeste. Ik móést van Dick dat middenveld in. “Lafaard”, riep-ie, als ik ’t niet deed.'

Daarbij speelt trainer Arne Slot ook een grote rol. 'Bovendien spelen we heel tactisch onder een zeer tactisch ingestelde trainer en dat zorgde ervoor dat ik heel veel aan het denken was in het begin. Ik viel in tegen Fortuna Sittard, na de rode kaart van Bart Nieuwkoop en begon in de basis uit bij Sparta. In de rust werd ik gewisseld. Niet leuk, maar het was gewoon ook heel erg wennen. Alle opdrachten maalden door mijn hoofd.'

Het blind vertrouwen wat Slot van zijn spelers eist is ook goed terug te halen uit de woorden van de jonge centrale verdediger. 'Een van de eerste dingen die Slot tegen me zei, was dan ook dát ik in het begin veel zou denken aan de bal, maar dat het gaandeweg steeds meer een automatisme zou worden. Dat klopt. Ik moest aan zo veel denken. Tactisch liep mijn hoofd over. Hoe konden we van achteruit de driehoekjes maken? Als hij druk komt zetten, ligt daar de oplossing. Kom híj, ligt die dáár. Was ik niet gewend, al die patronen. Je moet dus eigenlijk blind de bal kunnen spelen en vertrouwen dat je medespeler precies doet wat jij verwacht.'

Wat zijn volgens Beelen zijn verbeterpunten?

Voor Beelen is één verbeterpunt duidelijk. 'Als ik mezelf ontleed, vind ik bijvoorbeeld dat mijn trap beter kan. Hij mag nog vaster worden. Geldt ook voor mijn inspeelpass, daar zit soms nog te weinig snelheid in, of een stuitje. Als ik soms Dávid Hancko zie… Hij legt die ballen weg waar hij wil, strak en op maat, maar ja, linkspoot, hè. Die hebben van nature al wel een goede trap.'