De Boer ziet wereld van verschil: 'Haller en Daramy waren toen niet gekomen'
Frank de Boer is blij dat hij zijn steentje heeft kunnen bijdragen aan het huidige succes van Ajax. Van jaloezie richting trainer Erik ten Hag is geen sprake.
De Amsterdammers trokken de afgelopen jaren meermaals de portemonnee voor spelers. Dat was in de tijd van De Boer wel anders, maar toch loodste hij Ajax naar vier landstitels op rij. "Ik ben niet jaloers. Ik ben blij dat ik heb kunnen meehelpen aan de ontwikkeling waarin Ajax op dit moment zit", zegt hij bij Rondo. "We stonden eerst 23 miljoen euro in het rood. Toen ik wegging stonden we honderd miljoen in de plus."
"Als ik iemand wilde hebben voor vijf miljoen, dan moest er eerst iemand verkocht worden voor vijf of zes miljoen", legt de ex-bondscoach van Oranje uit. Hij stond tussen 2010 en 2016 aan het roer bij Ajax. "Nu maakt het niet uit, want Neres en Tagliafico zijn er nog. Dat had toen niet gekund. Ze hadden eerst die twee moeten verkopen, voordat ze Sébastien Haller en Mohamed Daramy hadden kunnen halen. Die waren toen niet gekomen."
De Boer is van mening dat hij het gezien de middelen ook best aardig deed met Ajax in de Champions League. "Ik speelde met Danny Hoesen en Thulani Serero. Dortmund, Real Madrid en Manchester City waren kampioen geworden. Wij zaten daarbij in de poule en we werden nog derde."